Ook het afgelopen jaar heeft Martijn Bunskoek de broedvogelbevolking van de Veerslootlanden-Olde Maten en het Groene Kruispunt in kaart gebracht en ons geadviseerd over het (maai)beheer gedurende en na het broedseizoen.
Om de ontwikkelingen van de weidevogelpopulatie in het gebied goed te volgen laat de ANV jaarlijks een uitgebreide territoriumkartering uitvoeren in de periode april-juni. Deze langjarige monitoring laat goed de ontwikkelingen zien in het gebied. Om de weidevogels in het Groene Kruispunt en het Weidevogelgebied Olde Maten-Veerslootlanden in beeld te brengen is gewerkt volgens de gestandaardiseerde inventarisatiemethode van SOVON, het zogenaamde Broedvogel Monitoring Project (BMP). Het BMP schrijft voor rijke weidevogelgebieden vijf bezoekrondes voor rond zonsopgang/in de ochtend in de periode april-juni. Er wordt niet specifiek naar nesten gezocht bij deze methode. Tijdens de laatste rondes (eind mei/begin juni) is wel het broedsucces bepaald door het in kaart brengen van alarmerende paren (met jongen) van Wulp, Grutto en Tureluur, de zogenaamde alarmtelling. De waarnemingen zijn in het veld direct digitaal vastgelegd middels de door SOVON ontwikkelde app Avimap. Naast de inventarisatie van beide weidevogelgebieden is in de periode eind mei-half juni het gehele gebied (dus inclusief de besloten Olde Maten) ook twee maal s ’avonds en s ’nachts op nachtactieve soorten van (vochtige) graslanden (zoals Kwartel en Kwartelkoning) onderzocht.
Territoriumkartering
In onderstaande tabellen zijn de resultaten van de territoriumkartering van Weidevogelgebied Veerslootlanden en het Groene Kruispunt weergegeven van de periode 2017 tot en met 2020.
Primaire weidevogels | Rode Lijst | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|
Slobeend | Kwetsbaar | 9 | 10 | 12 | 9 |
Zomertaling | Bedreigd | 2 | 4 | 3 | 4 |
Kwartel | + | 1 | 4 | 6 | |
Kwartelkoning | Bedreigd | – | 1 | – | – |
Kievit | 52 | 46 | 67 | 68 | |
Watersnip | Bedreigd | 2 | 3 | 3 | 3 |
Grutto | Gevoelig | 11 | 12 | 27 | 32 |
Wulp | Kwetsbaar | 14 | 13 | 21 | 15 |
Tureluur | Gevoelig | 11 | 7 | 13 | 9 |
Veldleeuwerik | Gevoelig | – | – | – | 2 |
Gele kwikstaart | Gevoeling | 6 | 8 | 9 | 23 |
Graspieper | Gevoelig | 66 | 81 | 75 | 84 |
Overige soorten | |||||
Krakeend | 17 | 20 | 33 | 25 | |
Kuifeend | 2 | 3 | 3 | 6 | |
Paapje | Bedreigd | 7 | 2 | 2 | – |
Roodborsttapuit | 16 | 11 | 17 | 15 | |
Totaal | 215 | 222 | 289 | 301 |
Primaire weidevogels | Rode Lijst | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|
Slobeend | Kwetsbaar | 6 | 6 | 5 | 7 |
Zomertaling | Bedreigd | – | – | – | 1 |
Kievit | 8 | 8 | 12 | 7 | |
Wulp | Kwetsbaar | – | – | 1 | – |
Tureluur | Gevoelig | 4 | 4 | 5 | 3 |
Gele kwikstaart | Gevoelig | 3 | 3 | 5 | 5 |
Graspieper | Gevoelig | 3 | 4 | 2 | 5 |
Overige Soorten | |||||
Krakeend | 2 | 5 | 4 | 7 | |
Roodborsttapuit | – | – | 1 | – | |
Totaal | 26 | 30 | 35 | 35 |
Reproductie
Van Grutto, Tureluur en Wulp is op 25 en 26 mei en opnieuw op 8 en 9 juni 2020 een inschatting gemaakt van de reproductie aan de hand van een telling van alarmerende paren in de Veerslootslanden – Olde Maten en het Groene Kruispunt. Door het aantal alarmerende paren af te zetten tegen het totaal aantal paren in het gebied wordt het zogenaamde Bruto Territoriaal Succes (BTS) bepaald. In onderstaande tabel zijn de resultaten daarvan weergegeven.
Soort | Totaal paren | Alarmerende paren 25-26 mei | % paren met jongen | Alarmerende paren 8-9 juni | % paren met jongen |
---|---|---|---|---|---|
Grutto | 32 | 19 | 59,3% | 12 | 37,5% |
Tureluur | 9 | 4 | 44,4% | 6 | 66,6% |
Wulp | 15 | 16 | 100% | 6 | 40,0% |
In het Groene Kruispunt zijn op 26 mei geen paartjes met jongen van Tureluur vastgesteld, maar op 7 juni is wel één succesvol paartje gezien (BTS van 33,3%).
De resultaten van de alarmtellingen laten eind mei voor de Grutto en Tureluur een BTS zien van onder de 60%. Dit is in principe niet voldoende voor instandhouding van de populatie (voor Grutto en Tureluur moet het percentage minimaal 60%). Opvallend was het aantal Wulpen met jongen (>100%) in deze periode, dit kan alleen verklaard worden doordat er paren met jongen uit het reguliere agrarische gebied het reservaat zijn ingetrokken of dat het aantal territoria in het reservaat te laag is ingeschat. Hoe het ook zij: de Wulpen deden het goed in 2020. Vergelijken we de BTS eind mei met die in twee andere Overijsselse weidevogelgebieden (Tolhuislanden en het Lierder- en Molenbroek) dit jaar dan doen Grutto en Wulp het in de Veerslootslanden zo slecht nog niet. In de Tolhuislanden lag de BTS van Grutto en Wulp namelijk op respectievelijk 41,4% en 17,8%, en in het Lierder- en Molenbroek op respectievelijk 51,7% en 10,7% (Bunskoek 2020).
Begin juni was het BTS van Grutto en Wulp overigens alweer een stuk lager. Vermoedelijk hebben veel kuikens de opgroeiperiode niet overleeft, maar ook kan het zijn dat er toch reeds een aantal jongen vliegvlug waren geworden en het gebied alweer verlaten hadden (er was eind april al een paartje Grutto’s met jongen aanwezig bij de plasdras aan de Matenweg, dat is zeer vroeg!). Ook zijn begin juni diverse vrijwel vliegvlugge Wulpen waargenomen in het onderzoeksgebied.
Wat verder opviel was dat de reproductie van Grutto, Wulp en Tureluur ten westen van de Rechterensweg (Bid & Werk) zeer slecht was. Hier zijn niet of nauwelijks paren met jongen waargenomen. Mogelijk dat de droogte of predatie hier een belangrijke rol in speelt. Vrijwel alle paren met jongen concentreren zich in het blok ten noorden van het Scholenland.
Vergelijking tussen onderzoeksjaren
Vergelijken we het BTS in 2017, 2018, 2019 en 2020 met elkaar dan vallen de volgende zaken op:
- Het BTS is tijdens de eind mei-telling in de vier onderzoeksjaren (muv Grutto en Tureluur in 2020) voldoende hoog voor instandhouding van de populatie (BTS >60% voor Grutto en Tureluur en >40% voor Wulp). Het BTS van Tureluur piekt tijdens de tellingen begin juni, Grutto en Wulp eind mei;
- Begin juni ligt het BTS van Grutto en Wulp veelal op een veel lager niveau, (ruim) onder de benodigde percentages voor instandhouding van de populatie, wel is er een opgaande lijn zichtbaar (begin juni 2020 zijn er meer paren met jongen dan begin juni 2018);
- 2017 is voor Wulp een opvallend goed jaar geweest. Het BTS begin juni lag toen nog boven de 70%;
- 2020 is (in vergelijking met eerdere jaren) een relatief slecht jaar geweest voor Tureluur, met name in het Groene Kruispunt was het geen succesvol seizoen.
Conclusies
WEIDEVOGELGEBIED VEERSLOOTSLANDEN-OLDE MATEN
Uit het onderzoek komt naar voren dat in het onderzoeksgebied een gevarieerde weidevogelgemeenschap aanwezig is en dat diverse soorten stabiel zijn of een toename vertonen. Veel van deze soorten zijn gebonden aan de natste delen van het gebied met plas-dras situaties en voldoende lengte aan slikkige oevers. De meest complete weidevogelgemeenschappen treffen we dan ook aan ten noorden van het Scholenland (en dan met name rondom de plas-dras aan de Matenweg) en in het gebied tussen de Oude Maatsloot en de Rechterensweg in Bid en Werk. Enkele weidevogelsoorten die minder sterk gebonden zijn aan nattigheid (zoals Wulp, Kievit en Graspieper) treffen we ook meer verspreid over het gebied aan. Veldleeuwerik was dit jaar voor het eerst sinds jaren weer aanwezig met twee territoria. De meest opvallende toename was te zien bij Gele kwikstaart in de Veerslootslanden (van 9 in 2019 naar 23 in 2020). Territoria van het Paapje zijn dit jaar niet meer vastgesteld.
De resultaten van de alarmtellingen laten eind mei voor de Grutto en Tureluur een BTS zien van onder de 60%. Dit is in principe niet voldoende voor instandhouding van de populatie (voor Grutto en Tureluur moet het percentage minimaal 60%). Opvallend was het aantal Wulpen met jongen (>100%) in deze periode, dit kan alleen verklaard worden doordat er paren met jongen uit het reguliere agrarische gebied het reservaat zijn ingetrokken of dat het aantal territoria in het reservaat te laag is ingeschat. Hoe het ook zij: de Wulpen deden het goed in 2020. Vergelijken we de BTS eind mei met die in twee andere Overijsselse weidevogelgebieden (Tolhuislanden en het Lierder- en Molenbroek) dit jaar dan doen Grutto en Wulp het in de Veerslootslanden een stuk beter dan daar.
Begin juni was het BTS van Grutto en Wulp overigens alweer een stuk lager. Vermoedelijk hebben veel kuikens de opgroeiperiode niet overleeft, maar ook kan het zijn dat er toch reeds een aantal jongen vliegvlug waren geworden en het gebied alweer verlaten hadden (er was eind april al een paartje Grutto’s met jongen aanwezig bij de plasdras aan de Matenweg, dat is zeer vroeg!). Ook zijn begin juni diverse vrijwel vliegvlugge Wulpen waargenomen in het onderzoeksgebied.
Wat verder opviel was dat de reproductie van Grutto, Wulp en Tureluur ten westen van de Rechterensweg (Bid & Werk) zeer slecht was. Hier zijn niet of nauwelijks paren met jongen waargenomen. Mogelijk dat de droogte of predatie hier een belangrijke rol in speelt. Vrijwel alle paren met jongen concentreren zich in het blok ten noorden van het Scholenland.
GROENE KRUISPUNT
De dichtheid aan weidevogels was in het Groene Kruispunt wat lager dan in eerdere jaren, met name Kievit (7 territoria) en Tureluur (3) waren minder opvallend aanwezig. Daartegenover staat een lichte toename van Slobeend (7 territoria). Zomertaling was nieuw als broedvogel (1 territorium). Deze soorten concentreren zich in de natste delen van dit kleine gebied. Deze situatie is vooral aanwezig in de ‘driehoek’ tussen het Meppelerdiep en de Stouwerweg. Soorten als Grutto en Watersnip ontbreken (nog) in het gebied.
In het Groene Kruispunt zijn op 26 mei geen paartjes met jongen van Tureluur vastgesteld, maar op 7 juni is wel één succesvol paartje gezien (BTS van 33,3%).
Aanbevelingen
De resultaten en conclusies van het onderzoek in combinatie met ervaringen tijdens overleggen met Staatsbosbeheer en de ANV bieden handvaten voor verdere verbetering van de inrichting, het beheer en onderzoek van het gebied. Deze aanbevelingen zijn gericht op het versterken van de aanwezige weidevogelpopulatie en andere bijzondere (beschermde) natuurwaarden:
- Waterpeil en beheer plas-drasgebieden
- Rust tijdens broedseizoen
- Tegengaan predatie
- Continuering maatregelen overige beschermde soorten
- Grasland kort de winter in