Broedvogelmonitoring in de Olde Maten en Veerslootslanden

ANV Horst en Maten beheert met een groot aantal leden-pachters voor Staatsbosbeheer graslandpercelen in de Veerslootlanden en Olde Maten. In de pachtcontracten zijn uiteenlopende maaidata of extensieve beweiding overeengekomen. Daarmee wordt een mozaïek van verschillend beheer bereikt, wat ten goede komt aan de biodiversiteit. Om aan te kunnen tonen dat conform de voorwaarden en de Wet Natuurbescherming wordt gewerkt wil de ANV de aanwezige beschermde waarden (in dit geval met name weidevogels) in beeld hebben, vóórdat er gemaaid wordt of vee wordt ingeschaard. De ANV werkt hiervoor al enkele jaren samen met ecoloog Martijn Bunskoek.  

 

Situatie en werkwijze
Rondom het blauwgrasland-reservaat in de Veerslootlanden is een weidevogelgebied ingericht. Daarnaast is er tussen de Olde Maten en De Wieden een natte verbindingszone gerealiseerd – het Groene Kruispunt – en ook in de Olde Maten zijn veel inrichtings- en herstelmaatregelen genomen. Ongeveer honderd leden van de ANV pachten in het gebied percelen met een uitgestelde maaidatum, met de beheertypen N12.02 (Flora- en faunarijk grasland) of N13.01 (Vochtig weidevogelgrasland). Daarnaast wordt een deel van de percelen voorbeweid of vindt er standbeweiding plaats. Tevens voert de ANV onderhoudswerkzaamheden uit in het gebied zoals het snoeien en afzetten van bosranden en het klepelen van randen langs boksloten.

Begrenzingen van de verschillende deelgebieden in de Olde Maten-Veerslootlanden. De geel omlijnde delen worden op weidevogels geïnventariseerd.

Onderzoeksgebied
Om te kunnen maaien is het noodzakelijk om vooraf een goed beeld te hebben waar de weidevogels broeden in het gebied. Het is vanuit de geldende Wet Natuurbescherming verboden om nesten van vogels te verstoren of te schaden. Indien rond de maaidatum duidelijk is dat er geen broedende vogels aanwezig zijn kan er gewoon volgens planning gemaaid worden. Het kan echter ook zijn dat op een perceel rond die tijd toch nog weidevogels met jongen rondlopen of dat late soorten als Paapje of Kwartel nestelen. In overleg tussen ecoloog, de veldcoördinator en de pachter worden dan afspraken gemaakt over het uitstellen van het maaien. Dat kan zijn van het gehele perceel of van een gedeelte ervan, totdat de vogels klaar zijn met broeden en de percelen verlaten hebben.

Verreweg de meeste weidevogels zijn te verwachten in het open weidevogelreservaat rondom de Veerslootlanden, in het zuidelijke deel van de Olde Maten richting werkschuur Bid en Werk (385 ha) en in de natte verbindingszone aan de Stouwe (20 ha). In deze twee gebieden liggen ook alle percelen met beheertype N13.01 (Vochtig weidevogelgrasland). Daar is het dan ook het meest van belang een goed beeld te hebben van de aanwezige broedvogels. De graslanden in een groot deel van de Olde Maten zelf (ca. 540 ha) zijn te besloten – en daardoor niet aantrekkelijk – voor de meeste weidevogels, op enkele Wulpen en Graspiepers na. In bovenstaande kaart zijn de begrenzingen weergegeven van de deelgebieden.

Broedvogelkartering
Om de ontwikkelingen van de weidevogelpopulatie in het gebied goed te volgen laat de ANV jaarlijks door Martijn Bunskoek een uitgebreide territoriumkartering uitvoeren in de periode april-juni. Dergelijke langjarige monitoring laat goed de ontwikkelingen zien in het gebied.

Om de weidevogels in het Groene Kruispunt en het Weidevogelgebied Olde Maten-Veerslootlanden in beeld te brengen wordt gewerkt volgens de gestandaardiseerde inventarisatiemethode van SOVON, het zogenaamde Broedvogel Monitoring Project (BMP). Het BMP schrijft voor rijke weidevogelgebieden vijf bezoekrondes voor rond zonsopgang/in de ochtend in de periode april-juni. Er wordt niet specifiek naar nesten gezocht bij deze methode. Tijdens de laatste rondes (eind mei/begin juni) wordt wel het broedsucces bepaald door het in kaart brengen van alarmerende paren (met jongen) van in ieder geval Wulp, Grutto en Tureluur, de zogenaamde alarmtelling. Martijn legt de waarnemingen in het veld direct digitaal vast met de door SOVON ontwikkelde app Avimap. Naast de inventarisatie van beide weidevogelgebieden wordt in de periode eind mei-half juni het gehele gebied (dus inclusief de besloten Olde Maten) ook twee maal s ’avonds en s ’nachts op nachtactieve soorten van (vochtige) graslanden zoals Kwartel en Kwartelkoning onderzocht.

De volgende 18 beheerrelevante en primaire weidevogelsoorten worden in kaart gebracht:

  • Gele kwikstaart
  • Slobeend
  • Graspieper
  • Tureluur
  • Grutto
  • Veldleeuwerik
  • Kievit
  • Velduil
  • Krakeend
  • Watersnip
  • Kuifeend
  • Wulp
  • Kwartelkoning
  • Zomertaling
  • Scholekster
  • Roodborsttapuit
  • Kwartel
  • Paapje

Broedvogels besloten deel Olde Maten
Er worden voordat er gemaaid wordt in het besloten deel van de Olde Maten gegevens opgevraagd bij vrijwilligers die de Grauwe klauwieren in het gebied inventariseren. Deze gegevens worden dan betrokken bij het (eventueel vervroegd) vrijgeven van de percelen (zie volgende alinea).

Terugkoppeling pachters
In de loop van de inventarisatie wordt duidelijk waar zich broedende vogels ophouden in het gebied en op welke percelen zich knelpunten kunnen voordoen met het oog op de maaidatum. Per perceel geeft Martijn Bunskoek aan of er gemaaid kan worden vanaf de in het contract genoemde datum of dat het maaien uitgesteld moet worden (omdat er nog broedende vogels aanwezig zijn). Vooral soorten met een lang(er) broedseizoen (Kwartel, Tureluur, Watersnip, Paapje, Gele kwikstaart) of meerdere broedsels (Graspieper) hebben hierbij de aandacht.  Op percelen met bovenmatige bedekking met pitrus danwel ridderzuring kan bij geconstateerde afwezigheid van broedvogels juist toegestaan worden om eerder te maaien. Vroeger maaien helpt om deze vaak hardnekkige ongewenste kruiden terug te dringen. Veldcoordinator Egbert Wever van de ANV licht de pachters in over mogelijkheden dan wel beperkingen.

Verslaglegging
Na afloop van het seizoen stelt Martijn Bunskoek voor de ANV een beknopte notitie op met de resultaten van het onderzoek. Ook brengt hij eventuele knelpunten en verbeterpunten in beeld.

Project herstel boksloten Olde Maten 2020 opgeleverd

Vorige week woensdag 31 maart heeft de ANV haar deel van het project Natuurherstelmaatregelen Olde Maten 2020 opgeleverd aan Staatsbosbeheer.  Staatsbosbeheer en ANV Horst en Maten werken samen aan het beheer van het gebied. In 2020 kwam geld beschikbaar voor aanpak van de meest problematische begroeiing op en langs een deel van de boksloten. Staatbosbeheer wil de komende jaren telkens een deel van de boksloten herstellen (in totaal 140 km), terwijl onder regie van de ANV de graslanden worden hersteld, door de meest problematische overgroei van bossingels vanuit de boksloten te verwijderen. 

Herstel van boksloten is nodig om de verschillende beheertypen van de boksloten in stand te kunnen houden of te versterken. Daarnaast is afzetten nodig om de overgroei vanuit de bossingels op de aangrenzende graslandpercelen te verwijderen. Deze overgroei is problematisch, zowel voor instandhouding van de natuur van boksloten en graslanden in haar verscheidenheid als voor het karakteristieke slagenlandschap. Het staat ook  een doelmatig beheer in de weg, want het gaat ten koste van de beheerbare en in pacht uitgegeven oppervlakte grasland.

Eind oktober jl. zijn de mannen van de eigen werkploeg van de ANV voortvarend gestart met de werkzaamheden aan de Rechterensweg, bijgestaan met een minikraan van K. Hengsteboer Slootonderhoud & Grondwerken. Voor het uitrijden en versnipperen van het gezaagde hout maakte de ANV gebruik van de diensten van HDS Dunnink, dat ook de vrijgezaagde stroken klepelde en maaibaar opleverde.

Het eindresultaat is dat van de percelen aan de Rechterensweg van meer dan 11 kilometer boksloot de randen ter weerszijden zijn vrijgezaagd en de betreffende graslandpercelen maaibaar zijn opgeleverd. Daarnaast is aan de Postweg datzelfde werk gedaan langs bijna 7 kilometer boksloot. In totaal heeft de ANV op deze wijze 18 km aangepakt. Het project is naar ieders tevredenheid en op tijd afgerond, dat wil zeggen voordat op 15 maart de rustperiode inging.

Egbert Wever (ANV Horst en Maten) (links) en Ron Blom (Staatsbosbeheer) bij de oplevering van de werkzaamheden.

Vogelkijkhut Zwartewatersklooster wordt hersteld

Binnenkort zal de vogelkijkhut bij Zwartewatersklooster in de Olde Maten zijn vernieuwd. Vorig jaar zomer moest de oude observatiehut worden gesloten omdat deze niet meer veilig was. 

De Olde Maten is samen met een gedeelte van de Veerslootslanden een 993 hectare groot Natura 2000-gebied tussen Hasselt, Staphorst en Zwartsluis. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze Natura 2000-gebieden worden bepaalde dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit (soortenrijkdom) te behouden. In de Olde Maten komen veenmosrietlanden en trilvenen voor en kent een uitgebreide slotenpatroon voor met agrarisch natuurbeheer.

ANV Horst en Maten ontving voor vernieuwing een bijdrage uit het RaboFonds

De observatiehut, veelal aangeduid als ‘vogelkijkhut’ in De Olde Maten is een geliefde plek voor bezoekers van het gebied, in het bijzonder van de vogelaars onder hen. De hut raakte echter in verval en Staatsbosbeheer moest besluiten om de hut voorlopig dicht te doen. Agrarische Natuurvereniging (ANV) Horst en Maten diende daarop in samenwerking met Staatsbosbeheer een aanvraag in voor een bijdrage uit het RaboFonds van Rabobank Meppel-Staphorst-Steenwijkerland, welke is gehonoreerd.

De bank steunt daarmee projecten die gericht zijn op het versterken van de leefomgeving en de onderlinge samenwerking stimuleren. De vernieuwing van de vogelkijkhut vloeit voort uit de samenwerking tussen Staatsbosbeheer en ANV Horst en Maten met betrekking tot het beheer van het natuurgebied. Om alle kosten te ondervangen zijn er naast de Rabobank nog andere sponsoren zoals Aannemersbedrijf Muis B.V. te Wetering, die ook de werkzaamheden zal uitvoeren, Foreco Houtproducten B.V. te Dalfsen en BioBlocks B.V. te Rosmalen en een bijdrage van Staatsbosbeheer.

Oplevering en ingebruikname in april

Vanaf de vogelkijkhut zijn vele vogels te spotten, zoals de aalscholver, zilverreiger, ijsvogel, diverse eenden soorten en roofvogels. Ook bestaat de kans om een otter te spotten. De oude hut is in 1992 gebouwd en kreeg toen al de naam Otterhut, terwijl dit dier in de Olde Maten toen nog niet aanwezig was, maar al wel opnieuw was uitgezet o.a. in de Weerribben.

Vogelkijkhut Olde Maten in aanbouw. Er zal nog een trap worden geplaatst naar de verdieping.

De oude hut is gesloopt en een nieuwe hut is geplaatst op dezelfde plek als de oude hut en is  nu bijna gereed. Staatsbosbeheer zal de bezoekers informeren over de vogels en zoogdieren die in de Olde Maten leven door middel van een informatiepaneel. In overleg met Staatsbosbeheer zal aandacht worden besteedt aan een moment om de nieuwe hut nog deze maand op te leveren en in gebruik te nemen.

Wie helpt mee om 25 wulpennesten uit te rasteren?

Met Vereniging Weidevogelbescherming (VWB) Staphorsterveld e.o. zoeken wij nog enkele mensen die willen helpen bij het uitrasteren van 25 wulpennesten in het Staphorsterveld. De VWB maakt voor dit werk al gebruik van de werkploeg van ANV Horst en Maten, maar kan nog wel wat extra helpende handen gebruiken. Om gevonden wulpennesten te beschermen tegen predatie door vossen worden ze sinds enkele jaren individueel uitgerasterd. En dat blijkt goed te werken. Dus heb je een hart voor weidevogels, en tijd om de handen hiervoor uit de mouwen te steken tegen een vergoeding per uur; aarzel dan niet en neem contact op met Egbert Wever van ANV Horst en Maten of Bram Vat van de VWB.

Bram Vat, sinds februari voorzitter van VWB Staphorsterveld e.o.: ‘Het gaat niet alleen om het plaatsen zelf, maar daarna moet ook nog in de gaten gehouden worden of de vogel het raster accepteert. Het is dus belangrijk dat je interesse hebt voor weidevogels en  dat je je wilt verdiepen in hun gedrag. Gebruik van een verrekijker is daarom wel zo handig.’

Tijdens en na het plaatsen van het raster moet het gras onder de onderste draad één of enkele keren worden weggemaaid. Zowel het plaatsen van het eerste raster als het beoordelen van het gedrag van de vogels én het controleren van het nest in de weken daarna, wordt door een vrijwilliger van de VWB begeleid. Daarna wordt verwacht dat je het werk alleen kunt uitvoeren. Daarvoor moet je wel beschikken over een eigen auto. De maatregelen in verband met het coronavirus moeten uiteraard worden nageleefd, maar dat is geen probleem voor dit werk waarbij je alleen in het veld bent.

Bram Vat: ‘Als je eenmaal ervaring hebt met het plaatsen, kost dat inclusief eventueel maaien onder de onderste draad – afhankelijk van de hoogte van het gras op dat moment- een half uur.
We wachten niet langer dan één tot anderhalf uur op het terugkomen van de broedvogel. Dat moet vanaf de weg – bij voorkeur vanuit je auto – met behulp van je verrekijker. Blijkt dat de vogel het raster niet accepteert, dan moet het raster meteen weer worden weggehaald.  Dat weghalen gaat op zich snel. Je kunt ervan uitgaan dat je zo maximaal twee uur bezig bent per nest. Sommige vogels komen heel snel op het nest terug, en dan ben je met een uur klaar. Misschien kennen ze ons en het raster wel van voorgaande jaren…. ‘

Afhankelijk van de grasgroei en de tijd dat het nest nog niet uit is, moet het gras onder de onderste draad één of meerdere malen worden weggemaaid. Dat is dan meteen een nestcontrole: zijn de eieren uitgekomen, of is het nest toch gepredeerd, bijvoorbeeld door een hermelijn of kraai? Onze deskundige leert je hoe je dat kunt zien. Als het nest uit is of toch gepredeerd, dan moet het raster vanzelfsprekend worden weggehaald.

Het uitrasteren van een nest gebeurt binnen één tot maximaal twee dagen na melding door de weidevogelvrijwilliger. De VWB zorgt voor toestemming van de grondeigenaar. Natuurlijk kan het nest in de tussentijd gepredeerd worden, en kom je voor niets met je rastermateriaal. De vrijwilligers controleren altijd of het nest nog aanwezig is, voordat we met de materialen het veld in gaan.

Egbert Wever, veldcoordinator ANV Horst en Maten, is bereikbaar via 06-27435361 of e.wever@anvhorstenmaten.nl

Bram Vat, voorzitter VWB Staphorsterveld e.o., is bereikbaar via 06-10632718 of bramvat@gmail.com

 

Oproep: rekening houden met nesten bij het bemesten

De vrijwilligers van de Vereniging Weidevogelbescherming (VWB) Staphorsterveld e.o. zijn in deze tijd razend druk met het zoeken en markeren van nesten van boerenlandvogels. Nu het land vooral sinds deze week snel opdroogt na een natte periode wordt het land bewerkt en mest uitgereden. De VWB meldt dat tijdens de werkzaamheden waarschijnlijk nog niet alle nesten gemarkeerd zijn. Daardoor kunnen er nesten verloren gaan, vooral als er gebruik gemaakt wordt van sleepslangen.

De VWB doet daarom een beroep op agrarisch ondernemers, leden van de ANV en anderen, of zij tijdens het uitrijden van de mest willen letten op nog niet gevonden weidevogelnesten.
Frits Bouwkamp van de VWB: ‘In geval van het gebruik van sleepslagen kunt u de betreffende zoeker van de VWB benaderen om samen met hem of haar te proberen de nesten te sparen.’

Ook zal de komende weken begonnen worden met het onderwerken van vanggewassen op maispercelen. Frits Bouwkamp wijst er op dat ook hierin kieviten, maar ook wulpen en zelfs grutto’s gaan nestelen, met alle problemen van dien. Frits Bouwkamp: ‘Met behulp van een pan kunnen de nesten direct voorafgaand aan het bemesten met sleepslangen worden afgedekt. VWB Staphorsterveld e.o. heeft meerdere van deze pannen in voorraad.’