Project herstel boksloten Olde Maten 2020 opgeleverd

Vorige week woensdag 31 maart heeft de ANV haar deel van het project Natuurherstelmaatregelen Olde Maten 2020 opgeleverd aan Staatsbosbeheer.  Staatsbosbeheer en ANV Horst en Maten werken samen aan het beheer van het gebied. In 2020 kwam geld beschikbaar voor aanpak van de meest problematische begroeiing op en langs een deel van de boksloten. Staatbosbeheer wil de komende jaren telkens een deel van de boksloten herstellen (in totaal 140 km), terwijl onder regie van de ANV de graslanden worden hersteld, door de meest problematische overgroei van bossingels vanuit de boksloten te verwijderen. 

Herstel van boksloten is nodig om de verschillende beheertypen van de boksloten in stand te kunnen houden of te versterken. Daarnaast is afzetten nodig om de overgroei vanuit de bossingels op de aangrenzende graslandpercelen te verwijderen. Deze overgroei is problematisch, zowel voor instandhouding van de natuur van boksloten en graslanden in haar verscheidenheid als voor het karakteristieke slagenlandschap. Het staat ook  een doelmatig beheer in de weg, want het gaat ten koste van de beheerbare en in pacht uitgegeven oppervlakte grasland.

Eind oktober jl. zijn de mannen van de eigen werkploeg van de ANV voortvarend gestart met de werkzaamheden aan de Rechterensweg, bijgestaan met een minikraan van K. Hengsteboer Slootonderhoud & Grondwerken. Voor het uitrijden en versnipperen van het gezaagde hout maakte de ANV gebruik van de diensten van HDS Dunnink, dat ook de vrijgezaagde stroken klepelde en maaibaar opleverde.

Het eindresultaat is dat van de percelen aan de Rechterensweg van meer dan 11 kilometer boksloot de randen ter weerszijden zijn vrijgezaagd en de betreffende graslandpercelen maaibaar zijn opgeleverd. Daarnaast is aan de Postweg datzelfde werk gedaan langs bijna 7 kilometer boksloot. In totaal heeft de ANV op deze wijze 18 km aangepakt. Het project is naar ieders tevredenheid en op tijd afgerond, dat wil zeggen voordat op 15 maart de rustperiode inging.

Egbert Wever (ANV Horst en Maten) (links) en Ron Blom (Staatsbosbeheer) bij de oplevering van de werkzaamheden.

Vogelkijkhut Zwartewatersklooster wordt hersteld

Binnenkort zal de vogelkijkhut bij Zwartewatersklooster in de Olde Maten zijn vernieuwd. Vorig jaar zomer moest de oude observatiehut worden gesloten omdat deze niet meer veilig was. 

De Olde Maten is samen met een gedeelte van de Veerslootslanden een 993 hectare groot Natura 2000-gebied tussen Hasselt, Staphorst en Zwartsluis. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze Natura 2000-gebieden worden bepaalde dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit (soortenrijkdom) te behouden. In de Olde Maten komen veenmosrietlanden en trilvenen voor en kent een uitgebreide slotenpatroon voor met agrarisch natuurbeheer.

ANV Horst en Maten ontving voor vernieuwing een bijdrage uit het RaboFonds

De observatiehut, veelal aangeduid als ‘vogelkijkhut’ in De Olde Maten is een geliefde plek voor bezoekers van het gebied, in het bijzonder van de vogelaars onder hen. De hut raakte echter in verval en Staatsbosbeheer moest besluiten om de hut voorlopig dicht te doen. Agrarische Natuurvereniging (ANV) Horst en Maten diende daarop in samenwerking met Staatsbosbeheer een aanvraag in voor een bijdrage uit het RaboFonds van Rabobank Meppel-Staphorst-Steenwijkerland, welke is gehonoreerd.

De bank steunt daarmee projecten die gericht zijn op het versterken van de leefomgeving en de onderlinge samenwerking stimuleren. De vernieuwing van de vogelkijkhut vloeit voort uit de samenwerking tussen Staatsbosbeheer en ANV Horst en Maten met betrekking tot het beheer van het natuurgebied. Om alle kosten te ondervangen zijn er naast de Rabobank nog andere sponsoren zoals Aannemersbedrijf Muis B.V. te Wetering, die ook de werkzaamheden zal uitvoeren, Foreco Houtproducten B.V. te Dalfsen en BioBlocks B.V. te Rosmalen en een bijdrage van Staatsbosbeheer.

Oplevering en ingebruikname in april

Vanaf de vogelkijkhut zijn vele vogels te spotten, zoals de aalscholver, zilverreiger, ijsvogel, diverse eenden soorten en roofvogels. Ook bestaat de kans om een otter te spotten. De oude hut is in 1992 gebouwd en kreeg toen al de naam Otterhut, terwijl dit dier in de Olde Maten toen nog niet aanwezig was, maar al wel opnieuw was uitgezet o.a. in de Weerribben.

Vogelkijkhut Olde Maten in aanbouw. Er zal nog een trap worden geplaatst naar de verdieping.

De oude hut is gesloopt en een nieuwe hut is geplaatst op dezelfde plek als de oude hut en is  nu bijna gereed. Staatsbosbeheer zal de bezoekers informeren over de vogels en zoogdieren die in de Olde Maten leven door middel van een informatiepaneel. In overleg met Staatsbosbeheer zal aandacht worden besteedt aan een moment om de nieuwe hut nog deze maand op te leveren en in gebruik te nemen.

Wie helpt mee om 25 wulpennesten uit te rasteren?

Met Vereniging Weidevogelbescherming (VWB) Staphorsterveld e.o. zoeken wij nog enkele mensen die willen helpen bij het uitrasteren van 25 wulpennesten in het Staphorsterveld. De VWB maakt voor dit werk al gebruik van de werkploeg van ANV Horst en Maten, maar kan nog wel wat extra helpende handen gebruiken. Om gevonden wulpennesten te beschermen tegen predatie door vossen worden ze sinds enkele jaren individueel uitgerasterd. En dat blijkt goed te werken. Dus heb je een hart voor weidevogels, en tijd om de handen hiervoor uit de mouwen te steken tegen een vergoeding per uur; aarzel dan niet en neem contact op met Egbert Wever van ANV Horst en Maten of Bram Vat van de VWB.

Bram Vat, sinds februari voorzitter van VWB Staphorsterveld e.o.: ‘Het gaat niet alleen om het plaatsen zelf, maar daarna moet ook nog in de gaten gehouden worden of de vogel het raster accepteert. Het is dus belangrijk dat je interesse hebt voor weidevogels en  dat je je wilt verdiepen in hun gedrag. Gebruik van een verrekijker is daarom wel zo handig.’

Tijdens en na het plaatsen van het raster moet het gras onder de onderste draad één of enkele keren worden weggemaaid. Zowel het plaatsen van het eerste raster als het beoordelen van het gedrag van de vogels én het controleren van het nest in de weken daarna, wordt door een vrijwilliger van de VWB begeleid. Daarna wordt verwacht dat je het werk alleen kunt uitvoeren. Daarvoor moet je wel beschikken over een eigen auto. De maatregelen in verband met het coronavirus moeten uiteraard worden nageleefd, maar dat is geen probleem voor dit werk waarbij je alleen in het veld bent.

Bram Vat: ‘Als je eenmaal ervaring hebt met het plaatsen, kost dat inclusief eventueel maaien onder de onderste draad – afhankelijk van de hoogte van het gras op dat moment- een half uur.
We wachten niet langer dan één tot anderhalf uur op het terugkomen van de broedvogel. Dat moet vanaf de weg – bij voorkeur vanuit je auto – met behulp van je verrekijker. Blijkt dat de vogel het raster niet accepteert, dan moet het raster meteen weer worden weggehaald.  Dat weghalen gaat op zich snel. Je kunt ervan uitgaan dat je zo maximaal twee uur bezig bent per nest. Sommige vogels komen heel snel op het nest terug, en dan ben je met een uur klaar. Misschien kennen ze ons en het raster wel van voorgaande jaren…. ‘

Afhankelijk van de grasgroei en de tijd dat het nest nog niet uit is, moet het gras onder de onderste draad één of meerdere malen worden weggemaaid. Dat is dan meteen een nestcontrole: zijn de eieren uitgekomen, of is het nest toch gepredeerd, bijvoorbeeld door een hermelijn of kraai? Onze deskundige leert je hoe je dat kunt zien. Als het nest uit is of toch gepredeerd, dan moet het raster vanzelfsprekend worden weggehaald.

Het uitrasteren van een nest gebeurt binnen één tot maximaal twee dagen na melding door de weidevogelvrijwilliger. De VWB zorgt voor toestemming van de grondeigenaar. Natuurlijk kan het nest in de tussentijd gepredeerd worden, en kom je voor niets met je rastermateriaal. De vrijwilligers controleren altijd of het nest nog aanwezig is, voordat we met de materialen het veld in gaan.

Egbert Wever, veldcoordinator ANV Horst en Maten, is bereikbaar via 06-27435361 of e.wever@anvhorstenmaten.nl

Bram Vat, voorzitter VWB Staphorsterveld e.o., is bereikbaar via 06-10632718 of bramvat@gmail.com

 

Oproep: rekening houden met nesten bij het bemesten

De vrijwilligers van de Vereniging Weidevogelbescherming (VWB) Staphorsterveld e.o. zijn in deze tijd razend druk met het zoeken en markeren van nesten van boerenlandvogels. Nu het land vooral sinds deze week snel opdroogt na een natte periode wordt het land bewerkt en mest uitgereden. De VWB meldt dat tijdens de werkzaamheden waarschijnlijk nog niet alle nesten gemarkeerd zijn. Daardoor kunnen er nesten verloren gaan, vooral als er gebruik gemaakt wordt van sleepslangen.

De VWB doet daarom een beroep op agrarisch ondernemers, leden van de ANV en anderen, of zij tijdens het uitrijden van de mest willen letten op nog niet gevonden weidevogelnesten.
Frits Bouwkamp van de VWB: ‘In geval van het gebruik van sleepslagen kunt u de betreffende zoeker van de VWB benaderen om samen met hem of haar te proberen de nesten te sparen.’

Ook zal de komende weken begonnen worden met het onderwerken van vanggewassen op maispercelen. Frits Bouwkamp wijst er op dat ook hierin kieviten, maar ook wulpen en zelfs grutto’s gaan nestelen, met alle problemen van dien. Frits Bouwkamp: ‘Met behulp van een pan kunnen de nesten direct voorafgaand aan het bemesten met sleepslangen worden afgedekt. VWB Staphorsterveld e.o. heeft meerdere van deze pannen in voorraad.’

2019 was goed jaar voor broedvogels Olde Maten en Veerslootlanden

Het jaar 2019 was een goed jaar voor de boerenlandvogels in onze regio. Zowel in het boerenland als in natuurgebied Olde Maten en Veerslootlanden, in totaal 935 hectare groot. Eigenaar Staatsbosbeheer werkt er sinds enkele jaren samen met Agrarische Natuur Vereniging (ANV) Horst en Maten. Via de ANV worden in het gebied de graslandpercelen verpacht en beheert.  De ANV beschermt en volgt de ontwikkeling van broedvogelpopulatie op de voet. Diverse soorten nemen in aantal toe. Zo was er dit jaar een toename van grutto, wulp en kievit. Ook de kwartel had een goed jaar. De ANV ziet daarin het succes van het beheer door de leden van de verenging.

 

Jaarlijks laat de ANV van april tot begin juni onderzoek doen naar de broedvogelpopulatie in het gebied. Daaruit volgt advies hoe rekening te houden met de weidevogels. Indien nodig kan het maaien dan worden uitgesteld zodat nog aanwezige vogels hun broedcyclus kunnen voltooien. Daarnaast wil de ANV graag de ontwikkelingen in de broedvogelstand volgen om te zien of het gevoerde beheer haar vruchten afwerpt. Het onderzoek wordt uitgevoerd door ecoloog Martijn Bunskoek.

De weidevogels concentreren zich in twee deelgebieden met een open landschap. Rondom het blauwgraslandreservaat nabij de voormalige eendenkooi in de Veerslootlanden is een aantal jaren geleden een weidevogelgebied ingericht. Daarnaast is er tussen de Olde Maten en De Wieden een natte verbindingszone gerealiseerd, het zogeheten Groene Kruispunt. Ook in de eigenlijke Olde Maten zijn veel inrichtings- en herstelmaatregelen genomen.

Goed overleg

Martijn Bunskoek: ‘Om te kunnen maaien moeten de ANV en de pachters goed in beeld hebben waar de weidevogels broeden. Als voor de afgesproken maaidatum duidelijk is dat er geen broedende vogels aanwezig zijn kan er gemaaid worden. Maar het kan ook zijn dat op een perceel rond die datum toch nog weidevogels met jongen rondlopen. Of dat er late soorten als Paapje of Kwartel nestelen. Met de veldcoördinator van de ANV en de pachter maken we dan afspraken over uitstellen van het maaien. Eventueel kan een deel van een perceel wel gemaaid worden.  Totdat de vogels de percelen verlaten hebben.

 

Onderzoeksgebied

Verreweg de meeste weidevogels komen voor in het open weidevogelreservaat rondom de Veerslootlanden en het zuidelijke deel van de Olde Maten richting de Veldschuur en in het ‘Groene Kruispunt’, een natte verbindingszone aan de Stouweweg langs het Meppelerdiep. De graslanden in een groot deel van de Olde Maten zelf zijn voor de meeste weidevogels niet open genoeg, door de aanwezigheid van opgaande begroeiing op en langs de boksloten.

 

Geïnventariseerde broedvogelsoorten

De inventarisatie heeft zich met name gericht op primaire soorten en daarnaast op de overige soorten die in agrarisch gebied voorkomen of in bermen, ruigtes, slootkanten en overhoekjes. Bunskoek: ‘Juist in die overgangen vinden veel zangvogelsoorten broedgelegenheid. De ANV en haar pachters houden ook daar rekening mee bij de maaiwerkzaamheden.’

Algemene en weinig kenmerkende soorten zijn niet geïnventariseerd, denk hierbij aan soorten als Wilde Eend en Meerkoet. Bunskoek: ‘De wilde eend bijvoorbeeld is vaak al lang klaar met broeden voor dat de eerste maaironde plaatsvindt.  En een soort als de meerkoet bouwt het nest in het water, waardoor die minder kwetsbaar is voor de maaibalk.’

Conclusie

Uit het onderzoek komt naar voren dat in het onderzoeksgebied een gevarieerde weidevogelgemeenschap aanwezig is en dat diverse soorten een toename vertonen. Volgens Bunskoek hebben de hoge waterpeilen in maart en begin april – de vestigingsperiode van de weidevogels – waarschijnlijk een positief effect gehad.

Bunskoek telde het aantal territoria. Opvallende toenames zijn door hem vastgesteld bij Grutto (van 12 territoria in 2018 naar 27 in 2019), Wulp (van 13 naar 21) en Kievit (van 46 naar 67). Daarnaast heeft hij territoria van diverse andere kritische soorten vastgesteld, zoals Watersnip (3), Tureluur (13), Zomertaling (3), Slobeend (12), Kleinst Waterhoen (1) en Paapje (2). Ook Kwartel had een goed jaar met 4 territoria.

De meest complete weidevogelgemeenschappen treffen we aan ten noorden van het Scholenland,  met name rondom de natte percelen met ‘plas-dras’ aan de Matenweg, en in het gebied tussen de Oude Maatsloot en de Rechterensweg. Bunskoek: ‘Veel soorten zijn gebonden aan de natste delen van het gebied met plas-dras-situaties en voldoende lengte aan slikkige oevers. Soorten die minder sterk gebonden zijn aan nattigheid, zoals Wulp, Kievit en Graspieper, komen meer verspreid over het gebied voor. Bij Kievit was een duidelijke uitbreiding zichtbaar in de graslanden ten zuiden van het Scholenland.’

In het Groene Kruispunt zijn net als in voorgaande jaren veel territoria gezien van Tureluur (5), Slobeend (5) en Kievit (12). Wulp was daar nieuw als broedvogel (1 territorium). Deze soorten concentreren zich in de natste delen van dit kleine gebied (20 hectare), en dan vooral in de ‘driehoek’ tussen het Meppelerdiep en de Stouwerweg. Soorten als Grutto, Watersnip en Zomertaling ontbreken (nog) in dit gebied.

 

Aanbevelingen

De resultaten en conclusies van het onderzoek bieden handvatten voor verdere verbetering van het beheer van het gebied. Zo adviseert Bunskoek een hoog waterpeil aan te houden in het vroege voorjaar, met name in de plas-dras-percelen, en om bij de laatste maaironde kruidenrijke ruigtes te laten staan ten behoeve van het Paapje. Verder is rust tijdens het broedseizoen erg belangrijk. Bunskoek adviseert om opgaande beplanting – uitvalsbasis voor roofvogels, met een verstorend effect op broedvogels – te verwijderen of anders te beheren. Het uitrasteren van plas-dras-percelen om vossen te weren moet worden voortgezet, aldus de ecoloog.