Nieuwe nummerpalen bij percelen Olde Maten en Veerslootslanden

Op 18 juni jl is onze werkploeg gestart met het plaatsen van nieuwe nummerpalen bij de graslandpercelen in de Olde Maten en Veerslootslanden.

 

Bij de start van de samenwerking met Staatsbosbeheer zo’n tien jaar geleden zijn alle ca 340 percelen voorzien van een rasterpaal met nummerplaatje (een schapenneknummer). Deze zijn helaas vaak slecht vindbaar, slecht leesbaar, gaan ’s zomers schuil achter lang gras en steeds meer palen vallen om door rot en beschadiging bij werkzaamheden.

 

 

Dat is niet alleen lastig voor gebruikers, maar het leidt ook tot vergissingen bij beheer en toezicht. Reden waarom de ANV het plan voor vernieuwing van de nummerpalen naar voren bracht en subsidie hiervoor is toegekend door de Gebiedsalliantie Samenwerking Olde Maten.

De vernieuwing van de nummerpalen wordt gefinancierd uit het subsidiebudget van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland van Provincie Overijssel. De nieuwe perceelsnummering wordt tevens ingezet om het publiek te kunnen informeren over het beheer van de graslandpercelen. Uitgelegd zal worden dat Staatsbosbeheer en ANV Horst en Maten samenwerken, dat de graslandpercelen beheerd worden door ongeveer honderd agrarische ondernemers uit de regio, dat dat beheer bestaat uit een lappendeken van 15 verschillende typen beheer; van voorweiden en standweiden tot hooilanden en plasdraspercelen, en dat de aanwezigheid van weide- en andere broedvogels bepalend is.

 

 

 

 

Gezamenlijk Feitenonderzoek voor natuurherstelmaatregelen Olde Maten en Veerslootslanden

Op uitnodiging van Michiel Linskens van Provincie Overijssel heeft het bestuur op 30 april een overleg gevoerd in het Provinciehuis in Zwolle naar aanleiding van het Gezamenlijk Feitenonderzoek (GFO). Het ging om een informele gedachtewisseling over natuurgebied de Olde Maten en Veerslootslanden. Het onderzoek houdt verband met te nemen besluiten voor natuurherstel. De provincie wil daarbij kijken naar de werkelijke staat van de natuur. De provincie wil dat doen op basis van gezamenlijk onderzoek om de feiten scherp te krijgen. De informatie die we nu hebben, combineren we en maken we compleet, zo staat in het coalitieakkoord van het provinciebestuur:

 

Feiten als basis voor maatregelen

Bij besluiten over maatregelen voor natuurherstel kijken we naar de werkelijke staat van de natuur. Dat doen we op basis van gezamenlijk onderzoek om
de feiten scherp te krijgen. De informatie die we nu hebben, combineren we en maken we compleet.
Dit is onze werkwijze:

  • Inwoners met gebiedskennis en andere experts vormen samen een deskundigenteam. Welke experts deelnemen is afhankelijk van het gebied en de kennis en kunde die nodig is. Wij hechten waarde aan ieders inbreng.
  • Het deskundigenteam verzamelt feiten en brengt daarover een oordeel en een advies uit.
  • De resultaten worden gevalideerd door een onafhankelijk, gerenommeerd instituut. De uitkomsten hiervan zijn leidend.

De feiten zijn open en transparant beschikbaar. We laten zien wat we weten, waar deze informatie staat en vandaan komt. Ook laten we zien wat we niet weten en hoe we daarmee omgaan. Deze werkwijze vatten wij samen met ‘meten is weten’.

Deze aanpak is het begin van elk gebiedsproces, waarbij we gezamenlijk bekijken wat ‘de werkelijke staat van het gebied’ is. We kijken daarbij naar landbouw, water, klimaat, natuur, economie en de samenleving. Op basis daarvan maken we afspraken met de betrokkenen in het gebiedsproces. Deze gezamenlijke afspraken gaan over de doelen, de samenwerking, de maatregelen, de randvoorwaarden en de resultaten.

(Bron: Schouder aan schouder, Coalitieakkoord 2023-2027, Provincie Overijssel)

 

De Provincie wil het onderzoek uitvoeren samen met het gebied op basis van gelijkwaardigheid. De ANV is één van de belanghebbende organisaties die de provincie bij het onderzoek wil betrekken, naast Staatsbosbeheer, Gebiedsalliantie SOM, Gemeente Staphorst, LTO Noord en Waterschap DOD en inwoners. De provincie wil aansluiten bij lopende processen. Feiten over het gebied worden verzameld en beoordeeld en moeten leiden tot een basis voor gezamenlijke afspraken.

De ANV heeft in het overleg aan de orde gesteld dat het Gezamenlijk Feitenonderzoek het gebiedsproces  kan leiden tot het langs elkaar heen lopen van ontwikkelingen zoals van de Deelgebiedscommissie Staphorsterveld en de  koploperprojecten in Veldiger Binnenlanden en Rouveen. Reden waarom de Provincie heeft besloten dat het feitenonderzoek  over natuurherstel van natuurgebied Olde Maten en Veerslootslanden deel zal uitmaken van het overleg binnen de Deelgebiedscommissie Staphorsterveld.

Maaien, hooien of wachten

Van de graslandpercelen in natuurgebied Olde Maten en Veerslootslanden zijn er vorige week vele gemaaid en gehooid. Het was een mooie week daarvoor met veel zon en wind, en met een verwachte terugval op 30 juni naar het wisselvallige weer van de zomer tot nu toe werd door veel pachters gebruik gemaakt van de toestemming om ook de 1 juli-percelen vier dagen eerder te maaien. Dat was net op tijd om het hooi droog te kunnen winnen.

In drie rondes geven we percelen al of niet vrij om te maaien, op basis van het advies van onze ecoloog Martijn Bunskoek. Percelen met veel pitrus en ridderzuring worden in de eerste ronde (eind mei) zoveel mogelijk eerder vrijgegeven dan de maaidatum. Dat kan alleen als vaststaat dat er geen territoria van broedvogels zijn. Vervroegd maaien helpt dan om de ongewenste kruiden te beheersen.

Nu na de derde ronde van eind juni geldt nog voor 51 van de 337 percelen (15%) dat gewacht moet worden met maaien tot 15 juli, voornamelijk omdat er nog diverse soorten vogels aanwezig zijn met territoria, wat wijst op nesten en jongen. Voor 6 percelen is het maaien uitgesteld ivm de aanwezigheid van bijzonder broedvogels: 2 percelen met respectievelijk Paapje en Porseleinhoen tot 1 augustus en 4 percelen met Kwartel tot 15 augustus.

 

Cursus Inleiding beheer natuurgrasland

Speciaal voor onze leden organiseren we in Rouveen opnieuw de cursus Inleiding Beheer Natuurgrasland, in samenwerking met Aeres Hogeschool Dronten. De cursus bestaat uit 3 hele dagen en is bedoeld voor ondernemers die kennis willen maken met natuurlijk graslandbeheer en voor loonwerkers en anderen, die beheer op natuurgrasland uitvoeren in opdracht van een grondeigenaar. Met het volgen van deze cursus voldoet u aan de kenniseis die o.a. Staatsbosbeheer stelt ten aanzien van het beheer van natuurgraslanden.

 

Praktische informatie en aanmelden

Locatie: Boerderij Eben Haezer (Koetuur), Postweg 2 te Staphorst en Veldschuur, Wijkweg 2 te Rouveen.

Data: op donderdagen 12 september (Koetuur), 26 september (Veldschuur) en 10 oktober 2024 (Koetuur).

Programma: inloop 9:00 uur, start 9:30 uur, lunchpauze 12:00 – 13:00 uur, excursie 13:00 – 15:00 uur

Kosten: € 425 per deelnemer (ex btw)

Inbegrepen zijn de drie lunches en het boekje ‘Ontwikkelen van kruidenrijk grasland’ van Wim Schippers.

Niet-leden kunnen deelnemen tegen meerprijs van € 75 ex btw, mits de maximum groepsgrootte met leden nog niet is bereikt.

Groepsgrootte: minimaal 15, maximaal 25

 

Inhoud

In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • Leer kijken door de bril van de natuurbeheerder; wat zijn zijn/haar doelen? Wat is het verschil tussen agrarisch natuurbeheer en natuurbeheer?
  • Welke maatregelen kun je nemen voor het verhogen van de biodiversiteit?
  • Probleemkruiden; welke soorten zijn typerend voor welke omstandigheden. Ook goed om te weten: niet alle probleemkruiden zijn ook een probleem voor de natuur.
  • Verschraling; het hoe, wat, waar en waarom.
  • Verschillende manieren van graslandgebruik: wat zijn de effecten van verschillende manieren? Maaien of beweiden? En hoe dan?

De inhoud van de cursus is gericht op de regio Rouveen, en hangt mede af van de onderwerpen die de deelnemers inbrengen. Na afloop kennen cursisten de basisbeginselen van natuurlijk graslandbeheer en hebben ze onder andere kennis gemaakt met de meest voorkomende natuurdoeltypen en beheermaatregelen.

 

Klik hier om aan te melden

De verpachte graslandpercelen zijn weer geschouwd

De afgelopen weken zijn het overgrote deel van de 335 graslandpercelen in natuurgebied Olde Maten en Veerslootlanden geschouwd. Dat wil zeggen: alle percelen zijn, verdeeld over vijf schouwblokken, bezocht door schouwcommissies. Elk blok heeft een schouwcommissie die – in overeenstemming met het controleprotocol – is samengesteld uit een bestuurslid van de ANV, een pachter en boswachters van Staatsbosbeheer en wordt bijgestaan door een medewerker van de ANV. Algemene indruk van de schouwcommissies  is dat het gebied er goed beheerd bij ligt. De schouwblokken zijn: Postweg-Stouweweg, Zwartewaterkloosterweg, Rechterensweg, Olde maten-Zuid en Veerslootlanden.

Bevindingen
De bevindingen van de schouwcommissies over 335 graslandpercelen zijn samengevat als volgt:

  • 311 percelen zijn beoordeeld. 24 percelen konden niet beoordeeld worden.
  • Bij 196 percelen (63%) waren er in het geheel géén aanmerkingen.
  • Bij 97 percelen (31%) waren er aanmerkingen t.a.v. het door de pachter uitgevoerde beheer.
  • Deze aanmerkingen betroffen voornamelijk constateringen als: gras niet kort genoeg de winter in (30), ongewenste materialen aanwezig (19), perceelsrand onvoldoende gemaaid (18) of de kopakker te ruig (17).  Op een klein aantal percelen lagen nog balen in het perceel, was het gemaaid gewas onvoldoende geruimd of sprake van ernstige insporing door zwaar materieel of liepen tegen de voor dat perceel geldende regels in nog schapen. De betreffende pachters zullen hierover persoonlijk worden geïnformeerd met het verzoek om beter rekening te houden met de beheervoorschriften.
  • Bij 18 percelen (6%) waren er andere aanmerkingen, bijvoorbeeld over overmatige overgroei vanuit de boksloten, nog te verwijderen gezaagd materiaal of  over het door Staatsbosbeheer uitgevoerde beheer

 

 

Op 4 december vond de schouw plaats in het blok Zwartewaterskloosterweg, een winterse ochtend.

 

Selectieprotocol blijft het uitgangspunt

In onze nieuwsbrief van 12 oktober schreven we over de wijziging van de procedure verpachten grond door Staatsbosbeheer. Aanleiding voor die wijziging was het zogenaamde ‘Didam-arrest’. Pachters hadden hierover rond 1 oktober jl. een brief ontvangen. De vraag die in dat artikel open bleef staan was of voor de Olde Maten het selectieprotocol voor uitgifte van vrijgekomen pachtgrond het uitgangspunt kan blijven. Met onze contactpersonen van Staatsbosbeheer stelden we vast dat het protocol op zichzelf lijkt te voldoen aan de regels voor openbaarheid en gelijkheidsbeginsel. 

Van Staatsbosbeheer ontvingen we vandaag het bericht dat wij het selectieprotocol voor uitgifte van vrijgekomen pachtgrond inderdaad kunnen blijven hanteren. Dat betekent dat wij pachtgronden die per 1 januari a.s. pachtvrij komen binnenkort kunnen aanbieden aan pachters volgens de wachtlijst die wij hiervoor hanteren.

Let wel: Pachters die zich in het verleden hebben aangemeld voor de wachtlijst moeten – om in aanmerking te komen – niet alleen een positie hebben bovenaan de wachtlijst, maar ook in het bezit zijn van een behaald certificaat van één van de opleidingen Natuurbeheer en Ondernemerschap (Inleiding beheer natuurlijk grasland of natuurbeheer en ondernemerschap niveau 1).

Het protocol geldt voor pachtgronden in natuurgebied Olde Maten en Veerslootslanden, waar SBB en ANV al jaren een samenwerkingsverband hebben.

Weidevogels van de Veerslootlanden en Olde Maten 2023, groei en nieuwe soorten

Ecoloog Martijn Bunskoek rapporteert in zijn verslag over 2023 dat hij van 16 soorten weidevogels territoria heeft vastgesteld in de onderzoeksgebieden. Voor het eerst sinds 2019 heeft er weer een Paapje gebroed in het gebied. Deze bedreigde soort weet het gebied dus nog steeds te vinden. Ook is er een Porseleinhoen gehoord, nog een nieuwe broedvogelsoort voor het gebied.

Grutto nam ten opzichte van 2022 toe met vier territoria naar 53. Slobeend (17 territoria), Kievit (121), Watersnip (4) en Veldleeuwerik (3) waren nog niet eerder in deze aantallen vastgesteld. Met name Kievit profiteerde van nieuwe ontstaan broedbiotoop in Bid en Werk. Hier is een deel van de boksloten opgeschoond waardoor het gebied opener is geworden en er kale bodem beschikbaar was om te nestelen. Daarnaast was er in maart/april veel kort grasland en open bodem (door ganzenvraat en hoge waterstanden) te vinden in het gebied. Dergelijke plekken worden direct bezet door Kieviten.

Tureluur kende in de Veerslootslanden het beste jaar tot nu toe met 14 territoria, in het Groene kruispunt waren in het begin van het seizoen wel enkele paren aanwezig maar konden
voor het eerst (sinds 2017) geen territoria opgevoerd worden. Wulp deed het met 16 territoria relatief goed, de soort is redelijk stabiel. Gele kwikstaart (4 territoria), Graspieper (68) en
Roodborsttapuit (5) bleven wat achter ten opzichte van eerdere jaren.

 

Dit jaar hebben er ergens in het reservaat toch weer Paapjes gebroed. Half juli werden een paartje en enkele vliegvlugge jongen
gezien. Deze foto van een zingend mannetje is gemaakt in 2019, niet ver van de plek waar ze dit jaar gezien zijn (foto: M.
Bunskoek).

 

 

Het rapport met meer data en aanbevelingen kunt u downloaden door te klikken op onderstaande afbeelding:

 

Wijziging procedure verpachten grond Staatsbosbeheer

Pachters van Staatbosbeheer ontvingen rond 1 oktober jl. een brief van hun verpachter over een verandering in de wijze waarop zij (natuur)gronden gaan verpachten. Ook pachters van percelen in de Olde Maten en Veerslootlanden kregen de brief. Wat er niet in staat is of voor dit gebied het selectieprotocol uitgangspunt zal blijven voor de uitgifte van pachtgrond, zoals ANV Horst en Maten dat al jaren regelt in opdracht van Staatbosbeheer. Mocht u als pachter zich dat ook afvragen: weet dat we dit hebben voorgelegd aan Staatsbosbeheer. Het wachten is nog op definitief bericht.

Aanleiding

‘De Hoge Raad heeft in november 2021 in het Didam-arrest bepaald dat een overheidsorganisatie bij het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten, alle (potentiële) gegadigden een gelijke kans moet bieden. Dit volgt uit het zogeheten gelijkheidsbeginsel. Staatsbosbeheer is als overheidsorganisatie verplicht dit gelijkheidsbeginsel na te leven. Staatsbosbeheer geeft aan bovendien zelf een transparant en uniform proces te willen hanteren voor de ingebruikgeving van (natuur)gronden’. Zo begint de brief.

Nieuwe procedure

In de brief  legt Staatsbosbeheer uit dat ze ‘vanaf heden de gronden, waarvan de overeenkomsten eindigen en welke we weer in gebruik willen geven, openbaar in pacht aanbieden, waarbij alle belangstellenden de mogelijkheid krijgen om mee te dingen wanneer zij aan bepaalde door Staatsbosbeheer gestelde voorwaarden voldoen.’  Staatsbosbeheer geeft daarbij aan dat ze ‘in principe dus niet opnieuw onderhands een pachtovereenkomst met u afsluiten’.

Openbaar

Staatsbosbeheer zal vrijkomende percelen openbaar aanbieden op online platform www.pachtgrond.nu. Daarvoor zullen inschrijfvoorwaarden en selectiecriteria gelden. De inschrijver dient een bedrijfsmatig landbouwer te zijn.

Als belangrijke inschrijfvoorwaarde noemt Staatsbosbeheer in de brief het bezit van een pachtcertificaat. Dat is een nieuw begrip, maar als verklaring wordt erbij vermeld dat het gaat om het certificaat Natuurbeheer en Ondernemerschap, minimaal daarvan het onderdeel Inleiding beheer natuurgraslanden.

Voor het bepalen van de score van een inschrijving geldt een puntensystematiek. De hoogst scorende inschrijver wordt geautomatiseerd bepaald. Punten worden toegekend voor het bedrag van de bieding, maar ook voor goedgekeurde certificaten (zoals SKAL, PlanetProof, Beter Leven Keurmerk) en voor ervaring met natuurbeheer (SNL, ANLb). Ook de afstand van het bedrijf van de inschrijver tot de te verpachten percelen weegt mee, waarbij 15 km het maximum is om in te kunnen schrijven.

Onzekerheid

‘Voor pachters van wie de overeenkomst nog niet op korte termijn afloopt geldt dat ze in de toekomst met de nieuwe werkwijze te maken krijgen’, zo schrijft Staatsbosbeheer. Voor de meeste pachters van percelen in de Olde Maten is dat ‘pas’ vanaf 1 januari 2026. Per die datum moeten vrijwel alle 330 pachtpercelen in het gebied opnieuw in pacht worden uitgegeven. De nieuwe procedure zou dan veel meer onzekerheid geven dan het bestaande selectieprotocol.

‘Veel pachters werken al jaren samen met Staatbosbeheer, soms al decennia lang’, zo eindigt de brief. ‘U spant zich in voor de natuur in onze terreinen, u heeft kennis van de grond en veel praktijkervaring. We hopen dat u zult deelnemen aan het nieuwe proces van verpachting.’

Blijft voor de Olde Maten het selectieprotocol het uitgangspunt?

In opdracht van Staatsbosbeheer regelt ANV Horst en Maten al jaren de uitgifte van vrijgekomen pachtpercelen (N12.02 en N13.01) op basis van een selectieprotocol.  Daarin is beschreven waaraan een belangstellende die zich heeft aangemeld voor de wachtlijst moet voldoen voor een positie op de wachtlijst en vervolgens hoe de selectie in zijn werk gaat met selectiecriteria. Het protocol maakt deel uit van de samenwerkingsovereenkomst tussen Staatsbosbeheer en ANV Horst en Maten over het beheer van de Olde Maten en Veerslootlanden.

De vraag is dus of we in De Olde Maten op basis van het selectieprotocol kunnen blijven werken. Met onze contactpersonen van Staatsbosbeheer stelden we vast dat het protocol op zichzelf lijkt te voldoen aan de regels voor openbaarheid en het gelijkheidsbeginsel. Voor uitgifte van tussentijds vrijkomende pachtpercelen per 1 januari 2024 is die vraag nu actueel. We zijn in afwachting van de uitslag van een juridische toetsing van Staatsbosbeheer. Tot die tijd zullen we wachten met het uitgeven van pachtgrond.

 

Links:

Pachten van natuurgrond Staatsbosbeheer 

Selectieprotocol bij vrijkomen pachtgrond

Broedseizoen 2023 in De Olde Maten en Veerslootslanden

Het broedseizoen loopt al weer ten einde. Hoe is het dit jaar in natuurgebied De Olde Maten en Veerslootslanden verlopen? Een interview met Martijn Bunskoek, die voor de ANV de territoria van broedvogels in kaart brengt, in het bijzonder in de weidevogelreservaten Veerslootslanden/Bid en Werk en het Groene Kruispunt. Het lijkt een redelijk succesvol broedseizoen te worden volgens Martijn.

‘Ik zag dit jaar weer wat meer territoria van Grutto’s dan vorig jaar, toen we een slecht seizoen hadden; in totaal 53, tegen 49 vorig jaar. Dat er ook daadwerkelijk Grutto’s vliegvlug zijn geworden blijkt uit het feit dat begin juni in een groep van zo’n 55 foeragerende Grutto’s zeker 10 vrijwel vliegvlugge jongen zijn gezien terwijl er elders in en rondom het reservaat ook nog paren met jongen aanwezig waren. Een heel ander beeld dan vorig jaar toen het behoorlijk stil was in deze tijd.’ Begin april liep Martijn zijn eerste ronde in het gebied en hij zag toen al op vijf plekken grutto’s op het nest zitten. Grutto’s broeden 22 tot 24 dagen. Rond 1 mei waren dan ook al de eerste paren met jongen aanwezig in het gebied. Martijn: ‘Mijn ervaring is dat de vroeg broedende vogels het meest succesvol zijn met het grootbrengen van jongen.’

Een sleutel voor succes blijken telkens weer plasdraspercelen te zijn. ‘De nieuwe plasdras van Klaas-Jan Visscher aan de Afschuttingsweg, net buiten het weidevogelreservaat, was heel succesvol’, aldus Martijn. ‘Bij de aanleg is daar de bodem afgeschraapt, en die kale plasdrasbodem trok echt heel veel vogels, ook Grutto’s en Tureluurs met jongen uit het reservaat.

Bijzonder was de waarneming van een Porseleinhoen, die zich in het gebied aan de Matenweg voor het eerst liet horen. Ook zag Martijn vier paartjes Watersnippen. Ook de Wulp heeft het volgens Martijn dit jaar goed gedaan; begin juni waren er zes á zeven alarmerende paartjes (alarmeren duidt op de aanwezigheid van kuikens) van in totaal zestien territoria. Gele kwikstaarten lieten zich dit jaar wat minder zien, het is onduidelijk wat hier de reden van is.

Opvallend dit jaar was de toename van het aantal Kieviten. Nabij het Laarzenpad bij de Veldschuur is afgelopen winter begroeiing van wilgen en riet verwijderd. Het kale gebied is daarop meteen door de Kievit in gebruik genomen als broedgebied. Het aantal territoria is hierdoor gegroeid van 79 vorig jaar naar 115 dit jaar. Ook de korte grasmat – door ganzenvraat in combinatie met vertraagde grasgroei door het koude en natte voorjaar – heeft bijgedragen aan dit succes.

Martijn vindt dat er meer aandacht moet komen voor goed laten werken en beheren van de plasdrassen. Zo stond de nieuwe greppelplasdras van Staatsbosbeheer begin juni droog. Dat kwam doordat de stuw aan de Stadsweg bleek te lekken, waardoor de pomp geen water meer had. Martijn: ‘Je zag de vogels (veelal met jongen) daar vertrekken toen het water verdween. De stuw is door het waterschap wel gerepareerd, maar helaas te laat om er dit jaar nog wat aan te hebben.’ Voor volgend broedseizoen zou er volgens Martijn overwogen moeten worden om de bodem van de plasdraspercelen zwart te maken, om ze vervolgens tijdig (februari/begin maart) onder water te zetten. Hierdoor zullen ze minder snel dichtgroeien gedurende het seizoen. In de huidige toestand functioneren ze door dat dichtgroeien volgens Martijn maar nauwelijks als opgroeigebied voor weidevogelkuikens.

Ook het beheer van de beweide percelen in het weidevogelreservaat kan volgens Martijn nog aangepast worden, namelijk door de periode van het voorweiden (beweiden in de maand april) te verlengen, wat hem betreft tot in de maanden juni en juli. Ook het aanwijzen van enkele nieuwe beweide percelen op plekken waar nu vooral hooiland ligt is wellicht een optie zodat de variatie toeneemt.

 

ANV en SBB gaan producten Plocher testen in Olde Maten en Veerslootlanden

ANV Horst en maten en Staatsbosbeheer gaan de komende drie jaren producten van Plocher testen in de Olde Maten en Veerslootlanden. Op veel natuurlijke graslandpercelen in het gebied is de druk van pitrus en ridderzuring hoog. Voor het agrarisch medegebruik door de pachters, leden van de ANV, zijn dat ongewenste kruiden. Ze zijn echter moeilijk te beheersen, zeker niet met de geldende beheervoorschriften en de aanwezigheid van broedvogels waardoor maaidata worden uitgesteld. De ‘natuurlijke katalytische’ producten van Plocher zouden uitkomst kunnen bieden.

Het gaat om de Plocher-producten Humus Bodem katalysator en Combibladspeciaal. Volgens de leverancier gaat het om ‘natuurlijke katalytische producten, die de oorspronkelijke natuurlijke eigenschappen activeren, versnellen en optimaliseren’ in bodem, mest en organisch materiaal.’ De te behandelen percelen, in totaal ca 22 hectare, liggen aan de Rechterensweg en aan de Postweg. Het effect van de veldbehandeling zal worden gemonitord met een lichtgewicht drone. Vooraf zal een 0-meting worden gedaan. De pachters zijn hierover geïnformeerd en gevraagd om toestemming.

De hoge onkruiddruk op percelen is deels een gevolg van de herinrichting van het gebied circa tien jaar geleden, en deels van het beheerregime van de percelen. Door de aanwezigheid van broedvogels worden maaidata uitgesteld tot soms laat in de zomer tot half augustus, wat verdere verruiging van  het gebied in de hand werkt.

Onderzocht zal worden gedurende drie jaren of en in hoeverre er van veldbehandeling van percelen een gunstig effect valt waar te nemen op de bedekking met ongewenste kruiden en op de biodiversiteit.

 

 

Naast deze proef met veldbehandeling zal er door de ANV in het kader van het werkplan voor het beheer van De Olde Maten, dus binnen de opdracht van SBB, een proef worden gedaan met toepassing van producten van Plocher bij de verwerking van maaisel afkomstig van percelen met uitgesteld maaibeheer in combinatie met veel ridderzuring. Het gaat om maaisel dat ongeschikt is als veevoer of strooisel. Verwerking van dit maaisel in eigen streek tot een waardevolle bodemverbeteraar met behulp van producten van Plocher, zou een aantrekkelijk alternatief kunnen zijn voor afvoer naar compostering buiten het gebied.

Aanleiding voor de proef was een overtuigende presentatie door de heer Jake Brandes van Plocher aan de ledenvergadering van de ANV in oktober 2022 over de werking en toepassing van producten van Plocher. Het bestuur van de ANV heeft zich verder laten overtuigen van de gunstige effecten tijdens een bezoek in januari jl. aan De Uilenburght in Zuidwolde, één van de beheerboerderijen van Drentsch Landschap. Daar worden de producten van Plocher al een jaar of drie toegepast, zowel in de stal als op de percelen natuurgrasland met veel pitrus, achter de boerderij. Gunstige referenties zijn er verder van Overijssels Landschap en Gemeente Staphorst (project verwerking berm- en slootmaaisel). Ook Staatsbosbeheer vindt het middel dermate interessant, en bovendien niet strijdig met het natuurbeheer, dat het de proef niet alleen toestaat, maar ook medefinanciert.